- |
- OER/Studiegidsen
- |
- Startjaar 2020 – 2021
ONDERWIJSREGELING
| Cohort 2020-2021
| Generieke eisen
| Nederlands
| Rekenen
| Engels
| Loopbaan en burgerschap
| Beroepspraktijkvorming
| Praktijkovereenkomst
| (School)projecten
| Lessen en trainingen
| Het volgen van keuzedelen
| Begeleiding
| Studievoortgang
| Het bindend studieadvies
| Het oriëntatietraject
| Passend onderwijs
| Persoonlijke gegevens
| Wat je nog meer moet weten
| Onderwijstijd
| Studiebenodigdheden
| Regeling auteursrechten
| Klachtenregeling
EXAMENREGELING
| Cohort 2020-2021
| Examenvoorzieningen
| Hoger niveau examens
| Aangepaste rekenexamens
| Vrijstellingen
| Examens afleggen met een (functie)beperking
| Moment van deelname examens
| Examendeelnemer
| Waarderings- en uitslagregels
| Cum laude regeling
| Aantal pogingen (herkansingen)
| Compensatieregeling keuzedelen
| Slaag-/zakbeslissingen
| Uitreiking diploma
| Klachten over de examens

In de Onderwijsregeling vind je informatie over het hoe het onderwijs is opgebouwd, wanneer je kunt deelnemen aan de keuzedelen, wat de schoolbrede studievoortgangsnormen zijn, over de beroepspraktijkvorming (stages) en overige zaken die te maken hebben met je studie op onze school.
Is iets niet duidelijk, dan kun je natuurlijk terecht bij je studieloopbaanbegeleider (slb’er) en vanzelfsprekend de teamleider van je opleiding.
Alles wat je bij ons gaat leren en wat te maken heeft met je beroep noemen we het beroepsgerichte deel en alles wat je volgens de overheid verplicht moet kennen en kunnen, noemen we het generieke deel.
Tijdens je opleiding is de stage een verplicht onderdeel. Op deze manier krijg je zicht op de mogelijkheden en de verschillende functies die je kunt uitoefenen na je opleiding.
Een overzicht van het onderwijsprogramma met daarin opgenomen alle generieke en beroepsgerichte lessen, keuzedelen, de beroepspraktijkvorming en Loopbaan en burgerschap staat in het document ‘de uitlijning’ van de opleiding. In de uitlijning kun je ook zien hoeveel lesuren je per lesperiode krijgt, hoeveel uren onderwijsbegeleiding je daarbij hebt en hoe de lessen zijn onderverdeeld. Maar ook wanneer de buitenschoolse activiteiten en examens gepland zijn.
Het rooster is de vertaling van de uitlijning naar een lesrooster. De uitlijning van je opleiding staat op intranet van de school gepubliceerd. Met je mobiel kun je het actuele lesrooster bekijken.
De beroepsgerichte onderwijsprogramma’s zijn ondergebracht in leerlijnen, waarbij (school)projecten, trainingen en de beroepspraktijkvorming (afgekort BPV) een belangrijke rol spelen. Naast de lessen kun je door bepaalde keuzedelen te volgen net iets meer specialiseren in bepaalde onderwerpen van jouw toekomstige beroep.
Naarmate je verder bent in je opleiding verwachten we meer van je en word je steeds meer gezien en beoordeeld als een beginnend beroepsbeoefenaar.

In de Examenregeling vind je de belangrijkste zaken rondom de examens, de vrijstellingen, de herkansingen en wat je zelf kunt doen om goed voorbereid te zijn voor je deelname. Verreweg het belangrijkste onderdeel van de Examenregeling zijn de slaag-/zakbeslissingen.
Deze beslissingen zijn landelijk vastgelegd door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en bepaalt per onderdeel van het mbo-examen wanneer je wel of niet voldaan hebt aan de kwalificatie-eisen van je opleiding. Voldoe je aan alle eisen, dan ontvang je het mbo-diploma.
Op alle examineringen van de school zijn het Examenbesluit beroepsopleidingen WEB en de regels van het Algemeen Examenreglement van de school van toepassing. Als de overheid toch nog wijzigingen aanbrengt aan de slaag-/zakbeslissingen, zullen deze per direct door de examencommissie worden doorgevoerd.
Zodra er een aanpassing of wijziging nodig is, zal de examencommissie alle betrokkenen (onderwijsteams, examenleiders, beoordelaars, studenten, examendeelnemers) informeren over wat de aanpassing is of de wijzigingen zijn, voor wie deze gelden en wanneer ze in werking treden.

Basisdeel
Het basisdeel van het kwalificatiedossier bevat de generieke onderdelen Nederlandse taal, rekenen, loopbaan en burgerschap en Engels (uitsluitend voor mbo-4 opleidingen). Het basisdeel beschrijft daarnaast ook de beroepsgerichte onderdelen van je opleiding in termen van kerntaken, werkprocessen, vakkennis, vaardigheden en houdingsaspecten.
Profieldeel
Sommige opleidingen hebben naast het basisdeel ook een specifiek profieldeel. Keuzedelen zijn een plus op de kwalificatie en maken je opleiding compleet. Alles wat je bij ons gaat leren en wat te maken heeft met je beroep noemen we het beroepsgerichte deel en alles wat je volgens de overheid verplicht moet kennen en kunnen, noemen we het generieke deel.
Beroepspraktijkvorming (BPV)
Tijdens je opleiding is de beroepspraktijkvorming (ook wel stage genoemd) een verplicht onderdeel. Op deze manier krijg je zicht op de mogelijkheden en de verschillende functies die je kunt uitoefenen na je opleiding.

Algemeen vormend onderwijs
Onderstaande generieke onderdelen zijn ondergebracht in lessen AVO: Algemeen Vormend Onderwijs.
– Nederlandse taal
– rekenen
– Loopbaan en burgerschap
– Engels (verplicht voor alle mbo-4 opleidingen)
Alle generieke eisen taal en rekenen worden geëxamineerd. Voor Loopbaan en burgerschap heb je een inspanningsverplichting.
Keuzedelen
Daar bovenop biedt elke opleiding keuzedelen aan. Er worden drie verschillende soorten keuzedelen aangeboden: verdiepende keuzedelen (gericht op hetzelfde beroep), verbredende keuzedelen (gericht op algemene vaardigheden) en doorstroomgerichte keuzedelen (gericht naar een opvolgende opleiding in het mbo of hbo).
Het volgen van keuzedelen is verplicht en neemt ongeveer 15% tijd van de gehele opleiding in beslag. De keuzedelen vormen een extra plus programma en maken je opleiding compleet. Alle keuzedelen van de school worden geëxamineerd.

Kerntaken en werkprocessen
Het beroepsgerichte deel bevat kerntaken, werkprocessen, vakkennis, vaardigheden, houdingsaspecten en afhankelijk van de opleiding die je volgt een profieldeel. Of er sprake is van een profieldeel voor je beroep, vind je in het examenplan van je opleiding.
Het beroepsgerichte deel is ondergebracht in leerlijnen, waarbij (school)projecten, lessen en trainingen en de beroepspraktijkvorming een belangrijke rol spelen. Naarmate je verder bent in je opleiding verwachten we meer van je en word je steeds meer gezien en beoordeeld als een beginnend beroepsbeoefenaar.
Alle beroepsgerichte onderdelen worden geëxamineerd.

Elke mbo-student moet verplicht de Nederlandse taal beheersen. Omdat niet iedere opleiding hetzelfde niveau heeft, is door de overheid vastgesteld op welk referentieniveau je de Nederlandse taal moet beheersen.
Voor alle mbo-2 en mbo-3 studenten is dit vastgesteld op referentieniveau 2F en voor alle mbo-4 studenten is dit op referentieniveau 3F. Nederlands telt mee voor slagen of zakken van je beroepsopleiding en het behaald eindcijfer Nederlands komt op de resultatenlijst te staan bij je mbo-diploma.
Het examen 2F/3F Nederlands lezen en luisteren wordt centraal in één zitting afgenomen en er wordt voor Nederlands lezen en luisteren één beoordeling met één decimaal gegeven. Het eindcijfer Nederlands is het gemiddelde van het centraal en de schoolexamens volgens de gangbare afrondingsregels op een heel getal.
Het centraal examen wordt digitaal afgenomen en bevat alleen computerscoorbare vragen. De overige taalvaardigheden Nederlands (spreken, schrijven en gesprekken voeren) worden afgenomen met schoolexamens.
De taalvaardigheden Nederlands lezen en luisteren worden altijd op één en dezelfde referentieniveau geëxamineerd. Er kan binnen het centraal examen Nederlands lezen en luisteren niet gedifferentieerd worden op verschillende referentieniveaus. Dit geldt ook voor de schoolexamens overige Nederlandse taalvaardigheden.
Centraal examen Nederlands
Voor het centraal examen 2F Nederlands lezen en luisteren krijg je maximaal 90 minuten de tijd om het examen af te leggen.
Voor het centraal examen 3F Nederlands lezen en luisteren krijg je maximaal 120 minuten.
Voor studenten met een (functie)beperking kan de tijdsduur worden aangepast.

Goede rekenvaardigheden zijn belangrijk om deel te kunnen nemen aan de samenleving, het kunnen volgen van vervolgonderwijs en het kunnen uitoefenen van veel beroepen.
Het is van belang dat alle studenten in het mbo voldoende rekenvaardigheden opdoen om voorbereid te zijn op deze vervolgstappen. Rekenen telt (nog) niet mee voor slagen of zakken voor je beroepsopleiding, maar het behaald eindcijfer voor rekenen staat wél op de resultatenlijst bij je diploma.
Voor alle mbo-2 en mbo-3 opleidingen wordt rekenen geëxamineerd op niveau 2F/2ER en voor alle mbo-4 opleidingen is dit op niveau 3F/3ER. Er zijn géén schoolexamens rekenen, tenzij de examencommissie anders beslist.
Het examen van de vier domeinen rekenen wordt op één en dezelfde referentieniveau centraal in één zitting afgenomen en er wordt voor rekenen één eindcijfer gegeven op een heel getal.
Er kan binnen het centraal examen rekenen niet gedifferentieerd worden op verschillende referentieniveaus. Het centraal examen rekenen (alle varianten) wordt digitaal afgenomen en bevat alleen computerscoorbare vragen.
Centraal examen rekenen
Voor het centraal examen 2F rekenen krijg je maximaal 90 minuten de tijd om het examen af te leggen. Voor 2ER is dit 120 minuten.
Voor het centraal examen 3F rekenen krijg je maximaal 120 minuten. Voor 3ER is dit 150 minuten.
Voor studenten met een (functie)beperking kan de tijdsduur worden aangepast.

Beheersing taalvaardigheden Engels is verplicht voor alle mbo-4 opleidingen. Engels telt mee voor slagen of zakken van je mbo-4 beroepsopleiding en het behaald eindcijfer Engels komt op de resultatenlijst te staan bij je mbo-4 diploma.
Elke mbo-4 student moet op onze school eerst het centraal examen Engels lezen en luisteren op ERK-niveau B1 afleggen. Voor de drie andere Engelse taalvaardigheden geldt: ook eerst de schoolexamens op ERK-niveau A2 afleggen voor Engels spreken, schrijven en gesprekken voeren. Pas daarna mag de mbo-4 student examens Engels op een hoger ERK-niveau afleggen.
Het examen Engels B1 lezen en luisteren wordt centraal in één zitting afgenomen en er wordt voor Engels B1 lezen en luisteren één beoordeling met één decimaal gegeven. Het eindcijfer Engels B1/A2 is het gemiddelde van het centraal en de schoolexamens volgens de gangbare afrondingsregels op een heel getal.
Het centraal examen Engels lezen en luisteren wordt digitaal afgenomen en bevat alleen computerscoorbare vragen. De overige taalvaardigheden Engels spreken, schrijven en gesprekken voeren worden afgenomen met schoolexamens.
De taalvaardigheden Engels lezen en luisteren worden altijd op één en dezelfde ERK-niveau geëxamineerd. Er kan binnen het centraal examen Engels lezen en luisteren niet gedifferentieerd worden op verschillende ERK-niveaus. Dit geldt ook voor de schoolexamens overige taalvaardigheden Engels.
Centraal examen Engels
Voor het centraal examen Engels B1 lezen en luisteren krijg je maximaal 90 minuten de tijd om het examen af te leggen.
Een mbo-4 student kan zijn diploma behalen op basis van het minimale niveau voor Engels op ERK-B1/A2. Het is niet verplicht om Engels lezen en luisteren op een hoger ERK-niveau B2 af te leggen.
Voor studenten met een (functie)beperking kan de tijdsduur worden aangepast.

Om goed en actief te kunnen deelnemen in de Nederlandse samenleving leer je bij de lessen loopbaan en burgerschap (afgekort: L&B) algemene en kritische denkvaardigheden die je daarbij kunnen helpen, zoals kennis van politiek, de rechten en plichten die je hebt, werk en inkomen, gezond en fit zijn en natuurlijk ook je persoonlijke kwaliteiten en mogelijkheden.
De school hecht veel waarde aan het ontwikkelen van loopbaancompetenties. Daarom programmeren we in ieder leerjaar lessen “loopbaan”.
Een schoolbrede lespakket voor loopbaan en burgerschap is beschikbaar via de elektronische leeromgeving (afgekort: ELO) van de school.
Naast de loopbaanlessen biedt de school individuele begeleiding door de studieloopbaanbegeleider (afgekort: slb’er).
Toelichting
Voor loopbaan en burgerschap geldt een inspanningsverplichting in plaats van een resultaatverplichting. Hier moet je aan voldoen om het mbo-diploma te behalen. De examencommissie beoordeelt of je aan de gestelde kwalificatie-eisen hebt voldaan.

Kennis maken met je toekomstige beroep doe je door praktijkervaring op te doen in een bedrijf: de beroepspraktijkvorming (afgekort: BPV). De BPV is een verplicht onderdeel van elke mbo-opleiding. In de uitlijning van je opleiding kun je de geplande begin- en de geplande einddatum van je BPV vinden.
Voor aanvang van je BPV, kun je je voorkeur voor een bepaalde werkomgeving kenbaar maken. En voordat je op BPV mag gaan, is er een ‘go/no-go’ moment. Dit wordt bepaald aan de hand van je studieresultaten. Het ‘go/no-go’ wordt afgegeven door het onderwijsteam van je opleiding.
Je uiteindelijke plaatsing is niet alleen afhankelijk van jouw voorkeur en die van het Bureau Bedrijfscontacten (afgekort: BBC). Ook het leer- of stagebedrijf heeft invloed op de keuze van de stagiair en mogelijkheden van de BPV.
Het BBC is je aanspreekpunt voor alle zaken rondom je BPV: zij zorgen, samen met het onderwijsteam, voor een passende BPV-plaats. Door de praktijkovereenkomst te onderteken, gaan de school, jij en het (leer)bedrijf een overeenkomst met elkaar aan.

Een praktijkovereenkomst (afgekort: POK) is een (leer)overeenkomst en bevat afspraken over de rechten en plichten van de school, de student en het (leer)bedrijf tijdens de beroepspraktijkvorming. Als één van de partijen zich niet aan de afspraken houdt, dan kunnen de partijen elkaar op basis van de praktijkovereenkomst daarop aanspreken.
De opleiding programmeert het aantal BPV-dagen en hanteert dat als een norm bij het beoordelen van je beroepspraktijkvorming. Indien het aantal geprogrammeerde BPV-dagen niet wordt gehaald, zal per geval bekeken worden wat de consequenties hiervan zijn. Het aantal dagen mag in ieder geval niet minder zijn dan het aantal vereiste klokuren, zoals is vastgesteld in de geldende uitlijning van je opleiding.
Als een schoolvakantie in een periode valt waarin je stageloopt of aan het werk bent in een leerbedrijf heb je niet automatisch vrij! Dit hangt af van de afspraken die met het leer- of BPV-bedrijf hierover zijn gemaakt in jouw POK.
Bij het bedrijf waar je de BPV loopt, heb je een praktijkopleider die je begeleidt. Vanuit school heb je een stagebegeleider waar je contact mee houdt. Je stagebegeleider zoekt je minimaal twee keer op bij het bedrijf waar je stageloopt en belt tussendoor om te vragen hoe het gaat. Je komt zelf ook een aantal keer terug naar school voor de terugkomdagen. Tijdens die dagen staat het uitwisselen van ervaringen centraal. Daarnaast ben je die dag bezig met stage gerelateerde zaken.

Een (school)project is een authentieke leeractiviteit, waarin je op school zelfstandig, maar meestal met je klasgenoten samenwerkt aan een opdracht zoals deze ook in de praktijk uitgevoerd wordt. In projecten kun je je vakkennis, je vaardigheden en je beroepshouding goed laten zien, want sommige projecten komen van echte opdrachtgevers.
De projectopdrachten zijn in het begin iets eenvoudiger en naarmate je verder bent in je opleiding steeds complexer. Net als in de praktijk heb je binnen een (school)project verschillende mogelijkheden. Zo kun je in overleg met je docent, binnen een project kiezen hoe en op welke wijze je de opdracht uitvoert of wat je persoonlijk wilt leren in de samenwerking. Maar ook met welke doelgroep je gaat werken of welk soort project product je wilt opleveren met je projectgroep.
Alle projecten kunnen worden gewaardeerd met een cijfer op basis van je ontwikkeling en geleverde prestaties.

Om je beroep goed uit te kunnen oefenen, heb je kennis nodig, je moet dingen weten. Om sommige handelingen of vaardigheden goed te beheersen, moet je veel oefenen. Daar is in een (school)project niet altijd tijd voor, terwijl je die vaardigheden wel nodig hebt om de projectopdracht goed uit te kunnen voeren. Daarom organiseert de opleiding vaardigheidsgerichte trainingslessen waarin je de vaardigheden leert die je in je beroep nodig hebt.
Door het volgen van de training/lessen/workshops doe je die kennis op. Maar kennis wordt pas effectief als je begrijpt waarom je die kennis nodig hebt en hem ook meteen kunt toepassen. Meestal doe je de oefeningen in een training alleen. Je oefent net zo lang tot je het kan. De docent doet de oefening voor, geeft aanwijzingen of helpt je bij het oefenen.
De trainingen/lessen/workshops kunnen worden afgesloten met een toets of eindopdracht en kunnen net als de (school)projecten gewaardeerd worden met een cijfer.

Verbreden, verdiepen of doorstroom
De kans is groot dat je je in bepaalde onderwerpen van jouw beroep net iets meer wilt specialiseren dan wat je minimaal nodig hebt om je diploma te behalen.
Of je wil juist meer weten over een bepaald vakgebied, of een specifieke vaardigheid beheersen, of doorstromen naar een hoger niveau.
Elke opleiding van onze school bied je de ruimte om hiermee zelf actief aan de slag te gaan. We noemen dit het volgen van keuzedelen. Welke keuzedelen je opleiding aanbiedt en wanneer je een keuzemoment hebt, kun je vinden in het overzicht keuzedelen.

Je krijgt voorlichting over de keuzedelen die jij kunt volgen. Dit kunnen keuzedelen zijn die binnen je eigen opleiding worden aangeboden maar dit kunnen ook keuzedelen van andere opleidingen zijn.
Alle opleidingen bieden verschillende keuzedelen aan in het schoolbrede keuzedelen aanbod. Wanneer je hier een keuzedeel uit volgt betekent dat ook dat je in een klas zit met studenten van verschillende opleidingen.
Je slb’er kan je helpen bij het maken van de juiste keuze. Op de elektronische leeromgeving – ELO van de school vind je alle informatie over de keuzedelen.

Het keuzedeel is géén onderdeel van de kwalificatie, maar is een verplicht extra plus programma bovenop het basisdeel van je opleiding. Het aantal keuzedelen is afhankelijk van het niveau van de opleiding.
Er is minimaal een moment tijdens je opleiding waarop je als student een keuze kunt maken. Voor elke soort of type opleiding van de school is wettelijk vastgelegd wat de omvang (in klokuren) van de keuzedeelverplichting is. De meeste keuzedelen hebben een studielast van 240 klokuren, dit betekent ongeveer 80 lesuren op school.
Alle studenten volgen keuzedelen en geldt dat ze minimaal 1 keer in hun opleiding kunnen kiezen uit een “corridor” keuzedeel. Dit betekent dat je in een lesgroep kunt zitten met studenten uit verschillende opleidingen. Uit welke schoolbrede keuzedelen je kunt kiezen hangt af van het moment waarop je een keuzedeel kunt volgen in het specifieke corridor. Tijdens je opleiding ontvang je meer informatie over het specifieke corridor A, B en C.
CODE | KEUZEDELEN CORRIDOR A |
---|---|
K0769 – AAV | Inleiding fotografieproductie |
K0781 – CM | Virtual en augmented reality |
K0528 – CM | Infographics en uitleganimaties |
K0505 – CM/GA/GD/ | Verdieping software: algemeen |
Verdieping software: programmeren | |
Verdieping software: realtime 3D | |
K1088 – COM | Vernieuwing tijdschriftjournalistiek |
K0125 – COM/MM | Voorbereiding hbo |
K0361 – COM/MM | Verdieping mediaproductie |
K0881 – COM/MM | Verdieping marketingcommunicatie |
K0728 – GA | Game environment design |
K0542 – GD | Special Input - Output |
K0391 – GV | Illustreren |
K0533 – GV | Multidisciplinaire conceptontwikkeling en realisatie |
K0435 – GV | Experimenteren met materialen en technieken |
K0539 – GV | Packaging design |
K0726 – GV | 3D Modellen & graphics in verschillende media-uitingen |
K0497 – WEB | Mobile application development |
K0519 – WEB | Online marketing en het toepassen van e-commerce |
K0722 – WEB | Frontend development |
K0729 – WEB | Mobile application design |
CODE | KEUZEDELEN CORRIDOR B |
---|---|
K0769 – AAV | Inleiding fotografieproductie |
K0505 – CM | Verdieping software: algemeen |
K0080 – COM/MM | Oriëntatie op ondernemerschap |
K0125 – COM/MM | Voorbereiding hbo |
K0512 – COM/MM | Lean en creatief |
K0435 – GV | Experimenteren met materialen en technieken |
K0496 – WEB | Mediabeheer |
K0497 – WEB | Mobile application development |
K0519 – WEB | Online marketing en het toepassen van e-commerce |
K0722 – WEB | Frontend development |
K0729 – WEB | Mobile application design |
CODE | KEUZEDELEN CORRIDOR C |
---|---|
K0769 – AAV | Inleiding fotografieproductie |
K0125 – COM/MM | Voorbereiding hbo |
K1022 – GA/GD | Maken van een museumproduct |
K0391 – GV | Illustreren |
K0533 – GV | Multidisciplinaire conceptontwikkeling en realisatie |
K0539 – GV | Packaging design |
K0727 – GV | Creatieve profilering |
K0389 – WEB | Ondernemend vakmanschap |
Crebo + examenplan opleiding | SBU Keuzedeelverplichting |
25207 Basismedewerker printmedia | 480 sbu (2x keuzedelen) |
25591 Medewerker creatieve productie | 480 sbu (2x keuzedelen) |
25592 Creatief dtp'er | 720 sbu (3x keuzedelen) |
25148 Communicatie en marketing | 720 sbu (3x keuzedelen) |
25633 Crossmedia | 960 sbu (4x keuzedelen) |
25199 Mediamanagement en marketing | 720 sbu (3x keuzedelen) |
25604 Webdeveloper | 960 sbu (4x keuzedelen) |
25633 Animatie/audiovisuele vormgeving | 960 sbu (4x keuzedelen) |
25633 Game artist | 960 sbu (4x keuzedelen) |
25604 Game developer/game programmer | 960 sbu (4x keuzedelen) |
25633 Grafische vormgeving | 960 sbu (4x keuzedelen) |
25633 Webdesign | 960 sbu (4x keuzedelen) |
Toelichting: De klokuren worden uitgedrukt in studiebelastingsuren (afgekort: sbu) en wordt per keuzedeel verschillend samengesteld in begeleide onderwijstijd en in uren voor zelfstudie (bijv. voor het maken van opdrachten).
De keuzedeelverplichting is niet aan de student gekoppeld, maar aan de soort of type opleiding, ongeacht de studieduur van de opleiding en ongeacht of je nu sneller of langer over dezelfde type of soort opleiding doet.
De keuzedeelverplichting maakt ook geen onderscheid tussen beroepsopleidende leerweg (bol) of beroepsbegeleidende leerweg (bbl). De uitvoering van de keuzedelen kan in de bol- of bbl-opleiding wel van elkaar verschillen. Welke keuzedelen de opleiding gepland heeft (‘het verwachte aanbod’), kun je navragen bij de teamleider van je opleiding vinden. Het verwachte aanbod keuzedelen kan nog gewijzigd worden, om ze zo actueel mogelijk te houden.
We streven ernaar dat je bij aanvang van lesperiode 3 van elk studiejaar een keuze maakt voor het keuzedeel(-delen) voor volgend schooljaar. Je wordt door je opleiding geïnformeerd wanneer je je definitieve keuze kunt maken.
Je sluit ieder gevolgd keuzedeel af met een examen. In de examenwijzer keuzedelen staan de instructies voor je deelname, de beoordelingswijze, aantal herkansingen en waar je op moet letten om het examen te behalen. Maar ook wat de examenvorm is van het keuzedeel, waar het examen keuzedeel over gaat, wanneer het examen gepland is, welke cijfers meetellen en de wijze waarop jouw opleiding het keuzedeel examineert.
De keuzedelen die je met een voldoende hebt afgerond, komen op je diploma te staan. Met je diploma in de hand kun je aan je toekomstige werkgever laten zien wat je allemaal in huis hebt. Ben je in augustus 2020 gestart met je opleiding? Dan geldt dat de keuzedelen meetellen in de slaag/zakbeslissing.
Volg je een keuzedeel taal of rekenen en er is een centraal examen beschikbaar, dan mag je dit centrale examen afleggen. Als je een of meerdere keuzedelen taal of rekenen op hogere niveau hebt gevolgd en tenminste het cijfer 6,0 hebt behaald, dan kun je bij interne doorstroom naar een mbo-4 opleiding op onze school vrijstelling krijgen voor 3F Nederlands, 3F/3ER-rekenen en/of voor Engels B1/A2 op grond van eerder gevolgd en behaald keuzedeel.

Ieder door jou gevolgd keuzedeel wordt geregistreerd. Gedurende je opleiding zul je een nieuw opleidingsblad ontvangen (als bijlage van je onderwijsovereenkomst) met daarop alle actuele gegevens. Dit nieuwe opleidingsblad hoef je niet opnieuw te ondertekenen.
Er is wel een reactietermijn van tien schooldagen waarbinnen jij kan reageren als er een fout staat in de wijziging van jouw opleidingsblad.

Door actief en regelmatig individuele of groepsgesprekken te voeren met je studieloopbaanbegeleider (afgekort: slb’er) maak je goed gebruik van je recht op begeleiding gedurende je beroepsopleiding op school.
Voor specifieke begeleiding, aanpassing of extra ondersteuning tijdens je beroepsopleiding of tijdens het afleggen van een examen kun je een beroep doen op de onderwijs- en examenvoorzieningen van de school.
Je hebt recht op begeleiding door een docent SAC – Studiebegeleiding, -Advies en Coaching bij het aanvragen daarvan. De gemaakte afspraken worden vastgelegd. Je hebt recht op inzage van je dossier en in geval van minderjarigheid, ook je ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s).

Gedurende de beroepsopleiding, wordt de studievoortgang van elke student bijgehouden door het onderwijsteam. Tijdens de resultatenvergadering wordt de studievoortgang van de student besproken.
Na afloop van deze vergadering ontvangt, in de regel, elke student een terugkoppeling van zijn studievoortgang. Vanaf de inschrijving en in het eerste studiejaar voor de beroepsopleiding geldt voor elke student een speciale procedure, te weten: het bindend studieadvies.

Tussen de negende maand en het einde van het eerste studiejaar van je beroepsopleiding krijg je een bindend studieadvies (afgekort: BSA). Het bindend studieadvies is gebaseerd op de studieresultaten. De studieresultaten voor het eerste studiejaar zijn per opleiding verschillend.
Het bindend studieadvies is niet vrijblijvend. Het bindend studieadvies kan positief of negatief zijn.
Is het bindend studieadvies positief, dan betekent dit dat je verder mag met je beroepsopleiding. Je krijgt daarover geen aparte brief. Het is mogelijk dat je vakken of (een deel van) het jaar moet overdoen. Dit zal het onderwijsteam van je beroepsopleiding met je bespreken en dat wordt dan wel schriftelijk aan je bevestigd. Is het bindend studieadvies negatief, dan betekent dit dat je niet verder mag met je beroepsopleiding.
Voordat je een negatief bindend studieadvies krijgt, ontvang je eerst een negatief voorlopig studieadvies uiterlijk na afloop van de tweede lesperiode van je eerste studiejaar.
Bij een negatief voorlopig studieadvies wordt met je afgesproken welke verbeteringen je minimaal moet laten zien in een verbetertermijn. Dit wordt vastgelegd. Indien er onverwachte persoonlijke omstandigheden bestaan, ondersteunt de school je met wat redelijkerwijs mogelijk is.
Na de verbetertermijn worden de gemaakte afspraken door de school geëvalueerd. Dit kan leiden tot een positief bindend studieadvies dat schriftelijk aan je zal worden bevestigd. Indien het leidt tot een negatief bindend studieadvies dan ontvang je daarover een brief.
Ingeval van een negatief bindend studieadvies wordt in ieder geval bezien of kan worden overgestapt naar een andere beroepsopleiding binnen de school of naar een ander niveau of leerweg.

In het zoeken naar en bij het vinden van een andere opleiding binnen of buiten de school, heb je recht op begeleiding. We noemen dit oriëntatie traject: “Kies je toekomst”. Dit traject kan per individuele student anders van vorm, omvang en inhoud zijn.
Tijdens de begeleiding en oriëntatie blijft je onderwijsovereenkomst in stand. Indien we daarover tot een afspraak komen dan ontvang je een nieuw opleidingsblad, waarin de afgesproken wijziging is opgenomen.
Mocht het binnen acht weken niet lukken afspraken te maken over het overstappen naar een andere beroepsopleiding of naar een ander niveau of leerweg binnen de school en het ook niet gelukt is een andere passende opleiding buiten de school te vinden, waarbij we je ondersteuning/begeleiding bieden, dan zal worden besloten tot ontbinding van de onderwijsovereenkomst en zal uitschrijving plaatsvinden. Bij minderjarigheid worden je ouder(s)/ wettelijk vertegenwoordiger(s) geïnformeerd.
Na ontbinding van de onderwijsovereenkomst door het College van Bestuur, mag jezelf niet opnieuw inschrijven voor dezelfde beroepsopleiding van de school.
Ben je het niet eens met het gegeven bindend studieadvies, dan kun je tegen dit besluit van het College van Bestuur in beroep gaan bij de Commissie van Beroep voor de Examens.
Wil je in beroep gaan bij deze commissie, dan moet je binnen tien dagen na het gegeven bindend studieadvies, het beroep schriftelijk en met redenen omkleed indienen bij de Commissie van Beroep voor de Examens.

Het is mogelijk dat je te maken hebt met een (functie)beperking. Als school doen we al het mogelijke om de student met een (functie)beperking te ondersteunen.
Hulp kan komen van je studieloopbaanbegeleider, docent SAC (Studentbegeleiding, -advies en coaching) of het Buurtteam mbo.
Binnen ieder onderwijsteam is een docent SAC die extra taken heeft om de studentbegeleiding goed te organiseren binnen zijn team.
De docent SAC kan je helpen met het stappenplan (de werkwijze) voor het aanvragen van een passende ondersteuning, binnen de mogelijkheden van de school.

Als je met een (functie)beperking op onze school gaat studeren, dan zijn we verplicht het ondersteuningsaanbod te beschrijven en bekend te maken aan relevante partijen binnen de school.
Jouw ondersteuningsbehoeften zijn in de leerbehoeftecheck tijdens de studiekeuzecheck bepaald. Indien een modelovereenkomst is opgemaakt, dan wordt deze aan je onderwijsovereenkomst toegevoegd.
Toelichting: na registratie zijn de aangepaste voorzieningen in het onderwijs en bij de examens beschikbaar. Van jou wordt verwacht dat je gaat oefenen met de aangeboden voorzieningen, want studeren met een (functie)beperking vraagt ook vooral van jou extra inzet en inspanning zodat je je opleiding met succes kunt afronden.

Wanneer de (functie)beperking gedurende je opleiding wordt geconstateerd, dan neem je in eerste instantie contact op met je slb’er.
De slb’er bespreekt samen met jou wat de beperking betekent voor jouw functioneren binnen de school en tijdens de beroepspraktijkvorming, maar ook jouw kansen om de opleiding te verlaten met een diploma, wat je zelf kan doen en waar ondersteuning vanuit de opleiding gewenst of nodig is.
De slb’er kan je, wanneer dat nodig is, doorverwijzen naar de docent SAC van je opleiding.

De school verwerkt en bewaart uitsluitend (persoons)gegevens die wettelijk bepaald zijn om jouw onderwijsovereenkomst (en indien van toepassing: praktijk- of examenovereenkomst) goed uit te voeren.
Bij inschrijving verwerkt het Servicepunt van de school je voor- en achternaam, geboortedatum, geslacht, het persoonsgebonden nummer, (eerder) behaalde diploma’s of bewijsstukken en cijferlijsten. Daarom moet die informatie gegarandeerd juist, nauwkeurig, volledig en actueel zijn.
De bijzondere persoonsgegevens van jou worden niet verwerkt: je godsdienst of levensovertuiging, etniciteit en medische gegevens, tenzij dat noodzakelijk is voor de speciale begeleiding of het treffen van voorzieningen.
De school vernietigt je persoonsgegevens zodra die niet meer nodig zijn. Dat is twee jaar nadat je je diploma hebt behaald of nadat je bent uitgeschreven.
Uitzonderingen hierop zijn die (persoons)gegevens waarvoor een wettelijk verplichte bewaartermijn geldt.
Toelichting: het recht op inzage betreft alleen inzage van je eigen (persoons)gegevens. Je hebt dus geen recht op informatie over anderen. Ben je jonger dan 16 jaar, dan hebben je ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s) ook recht op inzage van jouw eigen (persoons)gegevens.

De school vindt dat alle studenten en examendeelnemers recht hebben op goed onderwijs en examinering in een prettige sfeer en op een veilige school.
Daarom maken we duidelijke afspraken met elkaar.
Deze afspraken en je rechten en plichten, hebben we vastgelegd in het Studentenstatuut. Het is belangrijk dat je goed op de hoogte bent van de documenten en bijlagen die bij je onderwijsovereenkomst horen.
Ben je een minderjarige student dan is het Studentenstatuut ook van belang voor je ouder(s) of wettelijk vertegenwoordiger(s).
Download het Studentenstatuut
De school stimuleert je om actief betrokken te zijn bij de menings- en besluitvorming over kwesties binnen de school, waarmee je direct te maken hebt. Je hebt recht op medezeggenschap.
Op school is daarom een Studentenraad ingesteld die de belangen van alle ingeschreven studenten en examendeelnemers behartigt. De leden van de Studentenraad kunnen door jou gekozen worden, en je kunt ook solliciteren om lid te worden.
De Studentenraad heeft advies- en instemmingsrecht, vergadert regelmatig over zaken die studenten aangaan en geeft adviezen over belangrijke aangelegenheden en voorgenomen besluiten van het College van Bestuur.
In het huishoudelijk reglement van de Studentenraad zijn de onderwerpen vastgelegd waarop de Studentenraad, advies- en instemmingsrecht heeft.

Elke lesgroep heeft een klassenvertegenwoordiger. Hij is het eerste aanspreekpunt voor de klas bij vragen aan het onderwijsteam of de teamleider en andersom.
Is er in de klas een gemeenschappelijk probleem of klacht, dan bespreek je dit in eerste instantie met de klassenvertegenwoordiger zodat deze het aan de betreffende docent of de slb’er kan voorleggen.
Blijft het probleem of klacht dan nog bestaan, bespreek het dan met de teamleider van je opleiding.
Mocht dit niet lukken, dan kun je ook naar de vertrouwenspersoon gaan of als je dat liever wilt naar de klachtentussenpersoon van de school. Hopelijk wordt het probleem naar ieders tevredenheid opgelost.

Als je klachten of meldingen hebt over gedragingen of handelingen die volgens jou niet gepast zijn, kun je terecht bij een van onze vertrouwenspersonen van de school. Afhankelijk van je voorkeur kun je kiezen voor een man of een vrouw.
De vertrouwenspersoon is er voor je als je het idee hebt dat iemand je grens over gegaan is. Waar die grens ligt, is voor iedereen natuurlijk verschillend: jij bepaalt zelf waar de grens ligt.
De vertrouwenspersoon kan je opvangen, je (emotionele) ondersteuning geven, samen met jouw mogelijke oplossingen of vervolgstappen onderzoeken, je informatie geven over externe hulpverlening of je doorverwijzen naar andere hulpinstanties.

Elk studiejaar van je opleiding omvat tenminste 1600 studiebelastingsuren (afgekort: sbu). Een studiejaar is een normatief tijdvak dat begint op 1 augustus en eindigt op 31 juli van het daaropvolgend jaar.
Voor elk studiejaar bepaalt het bevoegd gezag hoeveel lesweken er geprogrammeerd worden en hoeveel weken voor andere onderwijszaken ingezet worden (rekening houdend met de landelijke vakantiespreiding). Elk studiejaar is verdeeld in lesperioden. Het perioderooster wordt gepubliceerd via de elektronische leeromgeving (afgekort: ELO) van de school.
De studiebelastingsuren van je opleiding zijn opgebouwd uit begeleide en onbegeleide onderwijstijd uitgedrukt in hele klokuren. De begeleide uren zijn uren die je vooral op school besteedt voor het volgen van de lessen of keuzedeel onder begeleiding van een (vak)docent of van een praktijkopleider tijdens de beroepspraktijkvorming. De onbegeleide uren zijn uren die je besteed aan het maken van bijvoorbeeld je huiswerk of zelfstudie.

Alle studenten krijgen hun boekenpakket gratis in bruikleen van school. Je moet wel rekening houden met extra kosten (deze verschillen per opleiding) voor de aanschaf van andere (school)materialen zoals tekenmateriaal, een koptelefoon of een tekentablet.
Als je een opleiding op niveau 4 volgt, dan heb je een laptop nodig en zul je een licentie-abonnement op de software van Adobe erbij moeten aanschaffen.
De school betaalt de kosten voor de introductieweek van alle opleidingen. Voor de (meerdaagse) excursies verderop in je opleiding, betaalt de school de helft van de kosten. De andere helft betaal je zelf als vrijwillige bijdrage.
Wil of kun je de vrijwillige bijdrage niet betalen of ga je om andere redenen niet mee, dan volg je op die dagen een aangepast lesprogramma.
Toelichting: Niet deelnemen aan de door school georganiseerde excursies heeft géén gevolgen voor het afronden van je mbo-opleiding.

Zodra je op onze school gaat studeren, zul je in kader van je opleiding schoolwerkstukken gaan maken die gericht zijn of als doel hebben om je op te leiden voor je toekomstige beroep. Deze schoolwerkstukken kunnen worden gemaakt tijdens de lessen, tijdens de afstudeeropdrachten, tijdens de beroepspraktijkvorming of tijdens andere door de school georganiseerde onderwijsactiviteiten.
De school doet geen aanspraak op het eigendoms- en het auteursrecht van schoolwerkstukken die door jou alleen of samen met anderen zijn gemaakt. De school is vrijgesteld van alle verplichtingen die uit dat eigendoms- of auteursrecht voortvloeien.
Toelichting: Hoofdregel van het auteursrecht is dat degene die iets ontwerpt of maakt het auteursrecht heeft: de maker is de eigenaar van het werk. Ontwerp of maak je werkstukken tijdens je beroepspraktijkvorming, dan komen de auteurs- en eigendomsrechten daarvan toe aan het leerbedrijf.

Heb je een probleem, dan verwachten wij dat je het eerst probeert om deze zelf op te lossen. Kom je met de betrokkene(n) er niet uit, vraag dan een gesprek aan met een docent die je vertrouwt of de studieloopbaanbegeleider. Mocht dit niet lukken, dan kun je ook naar de vertrouwenspersoon gaan. Hopelijk wordt het probleem naar ieders tevredenheid opgelost.
Heb je een klacht, dan kun je de klacht per e-mail indienen bij de klachtencoördinator van de school via: klachtencoordinator@glu.nl. Heb je een klacht mondeling geuit, dan moet je dit ook per mail bevestigen.
Vanaf het moment dat je schriftelijk een klacht hebt ingediend, start officieel de voorgeschreven termijnen en procedures voor het afhandelen van de klacht door de klachtenadviescommissie conform de klachtenregeling van de school.
Een daartoe aangewezen klachtentussenpersoon kan een afspraak met je maken voor een gesprek. Hij of zij kan de ingediende klacht met je bespreken en bezien of en hoe tot een oplossing kan worden gekomen, eventueel door bemiddeling. Wordt de ingediende klacht tijdens dit gesprek naar ieders tevredenheid opgelost, dan volgt hierna geen formele afhandeling van de klacht door de klachtenadviescommissie. Hoe de procedure verloopt, kun je lezen in de klachtenregeling van de school.
Download de KlachtenregelingEXAMENREGELING COHORT 2020-2021

EXAMENPLANNEN COHORT 2020-2021

Voor elke opleiding is een examenplan gemaakt waarin je precies kunt zien welke examenonderdelen er zijn, wat de examenvorm is, waar het examen over gaat, wanneer het examen gepland is en welke cijfers meetellen voor je diploma.
Om je diploma te behalen, moet je verschillende examens afleggen, waarbij de vorm en de uitvoering van de examens van elkaar verschillen. Ook elk keuzedeel dat je hebt gevolgd, sluit je af met een examen. Dit kan een taak, een praktijkopdracht, het uitvoeren van een vaardigheid of een schriftelijk of mondeling examen zijn.
Welke examenvorm wordt ingezet, is afhankelijk van het soort keuzedeel en de inhoud van het keuzedeel. In het examenplan vind je de globale planning van alle examens van je opleiding.

Je opleiding wordt afgesloten met een praktijkexamen van de beroepsgerichte onderdelen van je opleiding. Het praktijkexamen zul je meestal binnen de school afleggen, waarin je laat zien dat je vakbekwaam bent op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
Over de afname van het praktijkexamen, word je tijdig geïnformeerd door de examenleider van je opleiding.

Je kunt onder bepaalde voorwaarden vrijstelling krijgen voor taal en rekenen en voor de keuzedelen zodra de examencommissie heeft vastgesteld dat je tenminste voldoet aan de voorwaarden.
Je dient tijdig vrijstelling aan te vragen bij de examencommissie. Je levert hierbij een (digitaal) bewijsstuk aan van een eerder behaald resultaat.
Vrijstelling voor het examen betekent niet dat je vrijstelling hebt voor (het volgen van) onderwijs. Het onderwijsteam kan in dit geval bepalen welk onderwijsprogramma je gaat volgen. De opleiding kan je bijvoorbeeld een ander of aangepast onderwijsprogramma aanbieden, zodat je naar rato nog steeds voldoende begeleide onderwijstijd krijgt. Zo kun je bijvoorbeeld een extra verdiepend programma of op een hoger niveau les krijgen.
De examencommissie is de enige op school die bevoegd is om vast te stellen of je in aanmerking komt voor vrijstelling op grond van elders of eerder behaald examenresultaat of diploma.
Zodra de examencommissie de vrijstelling officieel aan je heeft toegekend, betekent dit dat je met toestemming niet mee doet aan het examen of de examenonderdelen en telt de vrijstelling gewoon mee bij het bepalen van de uitslag. De toegekende vrijstelling wordt vastgelegd in je examenplan en in je opleidingsblad.
Online vrijstelling aanvragen
De examencommissie kan toestaan dat je met een (functie)beperking het examen geheel of gedeeltelijk op aangepaste wijze kunt afleggen. Of een aangepast examen voor jou nodig is, wordt meestal al in het intakegesprek duidelijk besproken.
Als later tijdens jouw opleiding blijkt dat aanpassingen nodig zijn, kun je alsnog in aanmerking komen voor het aangepaste examen. De examencommissie neemt het besluit hiertoe.
Let op: het aangepaste examen zal nooit anders zijn dan het niveau en het doel van het eigenlijke examen. Als je een (functie)beperking hebt, dan kun je om een aanpassing van het examen vragen.
Je hebt dan een verklaring nodig van een erkende indicatie-instantie, een bevoegd arts of een andere deskundige, waarin vermeld staat welke beperking je hebt en welke adviezen worden gegeven voor het organiseren van jouw examen.
De docent SAC van je opleiding kan je helpen je bij de aanvraag.

Het College voor Toetsen en Examens bepaalt de landelijke examenperiode voor de centrale examens Nederlands, Engels en rekenen. De examencommissie bepaalt de examenperiode voor de schoolexamens overige taalvaardigheden, examens van de keuzedelen en het afsluitende praktijkexamen.
Examens voor keuzedelen worden gepland aan het eind van de lesperiode van betreffende keuzedeel. Hierover word je tijdig geïnformeerd door je opleiding. Het praktijkexamen is standaard aan het eind van je onderwijsprogramma geprogrammeerd.
Het is de bedoeling dat je eerst je beroepspraktijkvorming (stage) tenminste met een voldoende hebt afgerond, voordat je gaat deelnemen aan het afsluitende praktijkexamen van je opleiding.

Wanneer je besluit dat je uitsluitend examen wilt doen (je maakt in dit geval geen gebruik van de onderwijsvoorzieningen) kun je hiertoe een verzoek indienen bij de examencommissie.
De examencommissie adviseert het College van Bestuur over het wél of niet aangaan van een examenovereenkomst. Als examendeelnemer met een examenovereenkomst betaal je geen lesgeld, maar het door het College van Bestuur vastgestelde examengelden.
Eenmaal als examendeelnemer ingeschreven krijg je géén studiebegeleiding en je kunt ook géén gebruik meer maken van de onderwijsvoorzieningen ter voorbereiding, tenzij de examencommissie anders besluit.
Als examendeelnemer kun je slechts éénmalig gebruik maken van deze mogelijkheid. Dit recht vervalt zes maanden nadat je als examendeelnemer voor het eerst bent geaccepteerd, tenzij de examencommissie anders besluit.
WAARDERINGS- EN UITSLAGREGELS
AFRONDINGSREGELS VOOR HET EINDCIJFER OP EEN HEEL GETAL
1. Naar beneden afronden als het eerste cijfer achter de komma het cijfer vier (4) of lager is.
2. Naar boven afronden als het eerste cijfer achter de komma het cijfer vijf (5) of hoger is.
NEDERLANDS EN ENGELS
REKENEN
Voor Nederlands en Engels worden de examenresultaten voor zowel centrale examen (CE) als schoolexamens (SE) uitgedrukt in cijfers uit de reeks 1,0 tot en met 10 met één decimaal. Het eindcijfer voor Nederlands en Engels ontstaat door het CE-cijfer te middelen met de SE-cijfers, waarbij alle onderdelen even zwaar wegen. Indien de uitkomst van de berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Nadat dat gemiddelde berekend is, wordt pas afgerond op een heel getal uit de reeks 1 tot en met 10 volgens de gangbare afrondingsregels.
Het examenresultaat centraal examen rekenen is het definitieve eindcijfer voor rekenen op een heel getal uit de reeks 1,0 tot en met 10. Indien de uitkomst van de berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond op een heel getal uit de reeks 1 tot en met 10 volgens de gangbare afrondingsregels.
KEUZEDELEN
Examenresultaten keuzedelen worden de eindwaarderingen uitgedrukt in cijfers uit de reeks 1,0 tot en met 10, zonder decimalen. Indien de uitkomst van de berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond op een heel getal uit de reeks 1 tot en met 10 volgens de gangbare afrondingsregels. In afwijking hiervan kunnen de afzonderlijke kerntaken van het keuzedeel uitgedrukt worden in een driepuntsschaal: ‘onvoldoende’ – ‘voldoende’ – ‘goed’. Een ‘onvoldoende’ wordt in dit geval geteld als het cijfer vier (4,0). Een ‘voldoende’ wordt geteld als het cijfer zes (6,0). Een ‘goed’ wordt geteld als het cijfer acht (8,0).
LOOPBAAN EN BURGERSCHAP
De eindwaardering voor loopbaan en burgerschap wordt uitgedrukt in een tweepuntsschaal: ‘voldaan’ of ‘niet voldaan’. In afwijking hiervan kunnen de afzonderlijk opdrachten gewaardeerd worden met cijfers uit de reeks van 1 tot en met 10, zonder decimalen.
BEROEPSPRAKTIJKVORMING
De eindwaardering voor de beroepspraktijkvorming (BPV) wordt uitgedrukt in een driepuntsschaal: ‘onvoldoende’ – ‘voldoende’ – ‘goed’. Een ‘onvoldoende’ wordt geteld als het cijfer vier (4,0). Een ‘voldoende’ het cijfer zes (6,0) en een ‘goed’ het cijfer acht (8,0). In afwijking hiervan wordt het stageverslag uitgedrukt met een cijfer uit de reeks 1 tot en met 10, zonder decimalen.
PRAKTIJKEXAMEN
De eindwaardering voor de kerntaak of kerntaken van het praktijkexamen wordt uitgedrukt in een driepuntsschaal: ‘onvoldoende’ – ‘voldoende’ – ‘goed’. Een ‘onvoldoende’ wordt geteld als het cijfer vier (4,0). Een ‘voldoende’ het cijfer zes (6,0) en een ‘goed’ het cijfer acht (8,0). In afwijking hiervan worden de afzonderlijke werkprocessen telkens uitgedrukt in een tweepuntschaal: ‘voldoende’ en ‘onvoldoende’. Een ‘onvoldoende’ wordt in dit geval geteld als het cijfer vier (4) en een ‘voldoende’ als het cijfer zes (6). Bij de berekening van het gemiddeld cijfer van alle werkprocessen behorende bij de kerntaken, wegen de werkprocessen allemaal even zwaar te opzichte van elkaar. Er is géén mogelijkheid te compenseren tussen kerntaken en werkprocessen.
CUM LAUDE REGELING

De voorwaarden voor de aantekening ‘cum laude’ kunnen per cohort van elkaar verschillen. Het College van Bestuur stelt de voorwaarden vast per cohort. Tijdens het diplomabesluit, stelt de examencommissie vast of voldaan is aan de gestelde voorwaarden voor de aantekening ‘cum laude’ op het diploma.
De aantekening ‘cum laude’ wordt bij de titel van het diploma door de volgende toevoeging vermeldt: “Het judicium cum laude is toegekend op grond van het Algemeen Examenreglement van het Grafisch Lyceum Utrecht.”
OER2021 Startjaar 2020-2021 | TEN MINSTE BEHAALD | CUM LAUDE REGELING NIVEAU-2 EN NIVEAU-3 OPLEIDINGEN |
---|---|---|
2F Nederlands | 8,0 | Géén deelcijfer is lager dan het cijfer vijf. |
2F/2ER Rekenen | 7,0 | Géén deelcijfer is lager dan het cijfer vijf. |
Loopbaan | Voldaan | Géén opdracht of onderdeel van loopbaan is afgerond met een onvoldoende. |
Burgerschap | Voldaan | Géén opdracht of onderdeel van burgerschap is afgerond met een onvoldoende. |
Beroepspraktijkvorming | 8,0 of "Goed" | Géén opdracht of onderdeel van de beroepspraktijkvorming is afgerond met een onvoldoende. |
Keuzedelen | 7,0 gemiddeld | Géén examen keuzedeel is afgerond met een onvoldoende. |
Praktijkexamen | 8,0 of "Goed" | Géén opdracht of onderdeel van het praktijkexamen is afgerond met een onvoldoende. |
Studenten mbo-2/mbo-3 die tijdens de opleiding of beroepspraktijkvorming ernstig verwijtbaar hebben gehandeld, zijn uitgesloten voor de aantekening ‘cum laude’ op het diploma. |
OER2021 Startjaar 2020-2021 | TEN MINSTE BEHAALD | CUM LAUDE REGELING NIVEAU-4 OPLEIDINGEN |
---|---|---|
3F Nederlands | 8,0 | Géén deelcijfer is lager dan het cijfer vijf. |
3F/3ER Rekenen | 7,0 | Géén deelcijfer is lager dan het cijfer vijf. |
Engels B1/A2 of hoger | 8,0 | Géén deelcijfer is lager dan het cijfer vijf. |
Loopbaan | Voldaan | Géén opdracht of onderdeel van loopbaan is afgerond met een onvoldoende. |
Burgerschap | Voldaan | Géén opdracht of onderdeel van burgerschap is afgerond met een onvoldoende. |
Beroepspraktijkvorming | 8,0 of "Goed" | Géén opdracht of onderdeel van de beroepspraktijkvorming is afgerond met een onvoldoende. |
Keuzedelen | 7,0 gemiddeld | Géén examen keuzedeel is afgerond met een onvoldoende. |
Praktijkexamen | 8,0 of "Goed" | Géén opdracht of onderdeel van het praktijkexamen is afgerond met een onvoldoende. |
Mbo-4 studenten die tijdens de opleiding of beroepspraktijkvorming ernstig verwijtbaar hebben gehandeld, zijn uitgesloten voor de aantekening ‘cum laude’ op het diploma. |

Voor taal en rekenen geldt dat je recht hebt op één herkansing (we noemen dit ‘tweede poging’) van het examen of de examenonderdelen. Je hebt recht op een tweede poging, nadat je eerst een examenresultaat hebt behaald in de eerste poging van het examen of de examenonderdelen taal en rekenen.
- Je krijgt maximaal 1x herkansing (= de 2e poging) voor het examen of de examenonderdelen taal en rekenen.
- De 2e poging mag je gebruiken om een hoger cijfer te halen. Na de herkansing telt hoogst behaald resultaat bij het bepalen van de eindwaardering.
- Heb je voor de 1e poging het cijfer zes behaald, dan mag je de 2e poging gebruiken om 1x op hoger niveau het examen af te leggen, indien de mogelijkheden hiertoe aanleiding geven.
- Je hebt géén automatisch recht op een 3e poging. De examencommissie beslist.
Uitzonderingen
- De examencommissie kan op verzoek besluiten om meerdere pogingen toe te kennen en zo ja, wanneer deze extra examengelegenheid door het examenbureau wordt georganiseerd.
- In de examenwijzer van de opleiding staat hoe en op welke wijze de herkansingen van examens keuzedelen en het afsluitende praktijkexamen worden georganiseerd.

Voor alle studenten die op óf na 1 augustus 2020 starten met een mbo-opleiding, in het eerste studiejaar, geldt dat de hoogte van het examenresultaat van keuzedelen wél meetelt bij het behalen van het mbo-diploma. Om een mbo-diploma te kunnen halen mag het resultaat voor een keuzedeel vanaf Cohort 2020-2021 niet lager dan het cijfer vier zijn. Een keuzedeel waarvoor een resultaat lager dan het cijfer vier is behaald, kan niet meetellen voor de keuzedeelverplichting van de opleiding.

Voldoe je aan de geldende slaag-/zakbeslissingen van je beroepsopleiding, dan krijg je van de examencommissie een mbo-diploma met resultatenlijst uitgereikt.
Het diploma en bijbehorende resultatenlijst van je opleiding worden éénmalig door de examencommissie verstrekt. Bewaar deze twee waardepapieren daarom zorgvuldig.
Diploma behaald? Wat moet je dan zélf bij DUO regelenOp de dag van officiële vaststelling diplomabesluit door de examencommissie, komt administratief jouw onderwijsovereenkomst te vervallen, omdat je je beroepsopleiding met succes hebt afgerond.
Dit is meestal een andere dag, dan de dag waarop je het mbo-diploma met resultatenlijst (feestelijk) krijgt uitgereikt.
Instellingsverklaring
Wanneer je ongediplomeerd of voortijdig de school verlaat, dan ontvang je een instellingsverklaring (voorheen schoolverklaring genoemd) van de examencommissie, met een overzicht van behaalde resultaten.

Klachten over de examens worden –in eerste instantie– in behandeling genomen door de examencommissie van de school.
Heb je een klacht over de gang van zaken voor, tijdens of na de examinering of ben je het niet eens met een examencijfer, een examenbeoordeling of met het diplomabesluit, dan kun je de klacht per e-mail indienen bij de klachtencoördinator van de school via: klachtencoordinator@glu.nl.
Heb je een klacht mondeling geuit, dan moet je dit ook per mail bevestigen.
Vanaf het moment dat je schriftelijk een klacht over examens hebt ingediend, start officieel de voorgeschreven termijnen en procedures voor het afhandelen van je klacht door de examencommissie conform de klachtenregeling van de school.
Een daartoe aangewezen klachtentussenpersoon kan hierna een afspraak met je maken voor een gesprek. Hij of zij kan de ingediende klacht met je bespreken en bezien of en hoe tot een oplossing kan worden gekomen, eventueel door bemiddeling.
Wordt de ingediende klacht, tijdens een gesprek met een klachtentussenpersoon, naar ieders tevredenheid opgelost, dan volgt hierna geen formele afhandeling van de klacht door de examencommissie.
Als je niet tevreden bent met de uitspraak of beslissing van de examencommissie, dan kun je in beroep gaan. Deze beroepszaken worden behandeld door de externe Commissie van Beroep voor de Examens.