- |
- OER/Studiegidsen
- |
- Startjaar 2019 – 2020
Onderwijsregeling
| Cohort 2019-2020
| Nederlands
| Rekenen
| Engels
| Loopbaan en burgerschap
| Beroepspraktijkvorming
| (School)projecten
| Lessen en trainingen
| Het volgen van keuzedelen
| Begeleiding
| Studievoortgang
| Het bindend studieadvies
| (Functie)beperking
| Persoonlijke gegevens
| Wat je nog meer moet weten
| Onderwijstijd
| Studiebenodigdheden
| Regeling auteursrechten
| Klachtenregeling
Examenregeling
| Cohort 2019 – 2020
| Aangepast examen
| Hoger niveau Nederlands
| Hoger niveau rekenen
| Minimum niveau Engels
| Hoger niveau Engels
| Ernstige rekenproblemen
| Vrijstellingen
| Examens afleggen met een (functie)beperking
| Moment van deelname examens
| Examendeelnemer
| Waarderings- en uitslagregels
| Cum laude regeling
| Aantal pogingen (herkansingen)
| Slaag-/zakbeslissingen
| Uitreiking diploma
| Klachten over de examens

Alles wat je bij ons gaat leren en wat te maken heeft met je beroep noemen we het beroepsgerichte deel en alles wat je volgens de overheid verplicht moet kennen en kunnen, noemen we het generieke deel. Tijdens je opleiding is de stage een verplicht onderdeel. Op deze manier krijg je zicht op de mogelijkheden en de verschillende functies die je kunt uitoefenen na je opleiding.
De beroepsgerichte onderwijsprogramma’s zijn ondergebracht in leerlijnen, waarbij (school)projecten, trainingen en de beroepspraktijkvorming (afgekort BPV) een belangrijke rol spelen. Naast de lessen kun je door bepaalde keuzedelen te volgen net iets meer specialiseren in bepaalde onderwerpen van jouw toekomstige beroep. Naarmate je verder bent in je opleiding verwachten we meer van je en word je steeds meer gezien en beoordeeld als een beginnend beroepsbeoefenaar.

Het basisdeel van het kwalificatiedossier bevat de generieke onderdelen Nederlandse taal, rekenen, loopbaan en burgerschap en Engels (uitsluitend voor mbo-4 opleidingen). Het basisdeel beschrijft daarnaast ook de beroepsgerichte onderdelen van je opleiding in termen van kerntaken, werkprocessen, vakkennis, vaardigheden en houdingsaspecten. Sommige opleidingen hebben naast het basisdeel ook een specifiek profieldeel. Keuzedelen zijn een plus op de kwalificatie en maken je opleiding compleet. Alles wat je bij ons gaat leren en wat te maken heeft met je beroep noemen we het beroepsgerichte deel en alles wat je volgens de overheid verplicht moet kennen en kunnen, noemen we het generieke deel. Tijdens je opleiding is de beroepspraktijkvorming (ook wel stage genoemd) een verplicht onderdeel. Op deze manier krijg je zicht op de mogelijkheden en de verschillende functies die je kunt uitoefenen na je opleiding.

Nederlandse taal, rekenen en Loopbaan en burgerschap geldt voor elke mbo-opleiding. Engels is verplicht voor alle mbo-4 opleidingen. Deze generieke onderdelen zijn ondergebracht in lessen AVO: Algemeen Vormend Onderwijs. Alle generieke eisen taal en rekenen worden geëxamineerd. Voor Loopbaan en burgerschap heb je een inspanningsverplichting. Daar bovenop biedt elke opleiding keuzedelen aan. Er worden drie verschillende soorten keuzedelen aangeboden: verdiepende keuzedelen (gericht op hetzelfde beroep), verbredende keuzedelen (gericht op algemene vaardigheden) en doorstroomgerichte keuzedelen (gericht naar een opvolgende opleiding in het mbo of hbo). Het volgen van keuzedelen is verplicht en neemt ongeveer 15% tijd van de gehele opleiding in beslag. De keuzedelen vormen een extra plus programma en maken je opleiding compleet. Alle keuzedelen worden geëxamineerd.

Het beroepsgerichte deel bevat kerntaken, werkprocessen, vakkennis, vaardigheden, houdingsaspecten en afhankelijk van de opleiding die je volgt een profieldeel. Of er sprake is van een profieldeel voor je beroep, vind je in overzicht “Opleidingskenmerken” van je opleiding. Het beroepsgerichte deel is ondergebracht in leerlijnen, waarbij (school)projecten, lessen en trainingen en de beroepspraktijkvorming een belangrijke rol spelen. Naarmate je verder bent in je opleiding verwachten we meer van je en word je steeds meer gezien en beoordeeld als een beginnend beroepsbeoefenaar. Alle beroepsgerichte onderdelen worden geëxamineerd.

Taalvaardigheden | Niveau-2 en Niveau-3 | Niveau-4 |
Lezen en luisteren | 2F Centrale examen | 3F Centrale examen |
Spreken | 2F Schoolexamen | 3F Schoolexamen |
Schrijven (incl. taalverzorging) | 2F Schoolexamen | 3F Schoolexamen |
Gesprekken voeren | 2F Schoolexamen | 3F Schoolexamen |

Domeinen | Niveau-2 en Niveau-3 | Niveau-4 |
Getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, verbanden | 2F/2ER Centrale examen | 3F/3ER Centrale examen |

Taalvaardigheden | Niveau-2 en Niveau-3 | Niveau-4 |
Lezen en luisteren | n.v.t. | B1 Centrale examen |
Spreken | n.v.t. | A2 Schoolexamen |
Schrijven | n.v.t. | A2 Schoolexamen |
Gesprekken voeren | n.v.t. | A2 Schoolexamen |

De school hecht veel waarde aan het ontwikkelen van loopbaancompetenties. Daarom programmeren we in ieder leerjaar lessen “loopbaan” en een schoolbrede lespakket is beschikbaar via de Elektronische leeromgeving van de school (afgekort: ELO). Naast de loopbaanlessen biedt de school individuele begeleiding door de studieloopbaanbegeleider.
Je inspanning voor Loopbaan en burgerschap wordt gewaardeerd aan het einde van een periode met de waardering “Voldaan” of “Niet voldaan”. Voorafgaand aan diplomering stelt de examencommissie vast of je elke opdracht gemaakt hebt en in jouw portfolio is opgenomen. Loopbaan en burgerschap telt mee voor de uitslag-regeling van de opleiding.
Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap: alle mbo-opleidingen | |
1. Loopbaan | |
Capaciteitenreflectie | Beschouwing van de capaciteiten die van belang zijn voor de loopbaan van de student. |
Motievenreflectie | Beschouwing van de wensen en waarden van belang voor de loopbaan van de student. |
Werkexploratie | Onderzoek van de student naar werk en mobiliteit voor zijn/haar loopbaan. |
Loopbaanaansturing | Loopbaangerichte planning en beïnvloeding van het leer- en werkproces. |
Netwerken | Contacten opbouwen en onderhouden op de arbeidsmarkt, gericht op loopbaanontwikkeling van de student. |
2. Politiek-juridische dimensie | De student (h)erkent de basiswaarden van de Nederlandse samenleving, leert omgaan met waardendilemma’s (zoals seksuele diversiteit) en hanteert de basiswaarden als richtlijn en uitgangspunt in zijn meningsvorming en bij zijn handelen. Heeft kennis over en inzicht in de kenmerken en het functioneren van een parlementaire democratie, de rechtsstaat en het rechtssysteem, de rol van de overheid, de belangrijkste politieke stromingen en hun maatschappelijke agenda’s, de rol en de invloed op de politieke besluitvorming van belangengroeperingen en maatschappelijke organisaties, de invloed van de Europese Unie op het Nederlandse overheidsbeleid en daarmee op de Nederlandse samenleving, en de rol en de invloed van de (massa)media. |
3. Economische dimensie | De student heeft kennis over en inzicht in de maatschappelijke functies en waardering van arbeid, de factoren die van invloed zijn op de bedrijfscultuur, de arbeidsverhoudingen in Nederland, de rol en de invloed van branche- of vakorganisaties, de rol van de overheid op het gebied van arbeid, de verzorgingsstaat en de consumentenmarkt, de belangrijkste principes van budgettering, kenmerken van duurzame consumptie en productie, de rol en de invloed van consumentenorganisaties, de invloed van de media op het bestedingspatroon van consumenten. |
4. Sociaal-maatschappelijke dimensie | De student heeft kennis over en inzicht in de grondrechten en plichten in Nederland, kenmerken van de verschillende (sub)culturen in Nederland, kenmerken van – en oorzaken van spanningen tussen – verschillende (sub)culturen en bevolkingsgroepen in Nederland, kenmerken van ethisch en integer handelen, en het doel en de invloed van sociale en professionele netwerken. |
5. Dimensie vitaal burgerschap | De student heeft kennis over en inzicht in de kenmerken van een gezonde leefwijze waaronder de nationale norm gezond bewegen en de aard, plaats en organisatie van gezondheidsbevorderende activiteiten in de samenleving en het arbeidsproces. |

Je uiteindelijke plaatsing is niet alleen afhankelijk van jouw voorkeur en die van het Bureau Bedrijfscontacten (afgekort: BBC). Ook het leer- of stagebedrijf heeft invloed op de keuze van de stagiair en mogelijkheden van de BPV. Het BBC is je aanspreekpunt voor alle zaken rondom je BPV: zij zorgen, samen met het onderwijsteam, voor een passende BPV-plaats. Door de praktijkovereenkomst te onderteken, gaan de school, jij en het (leer)bedrijf een overeenkomst met elkaar aan.
Toelichting: een praktijkovereenkomst (afgekort: POK) is een (leer)overeenkomst en bevat afspraken over de BPV, gaat over de rechten en plichten van de school, de student en het (leer)bedrijf tijdens de BPV. Als één van de partijen zich niet aan de afspraken houdt, dan kunnen de partijen elkaar op basis van de praktijkovereenkomst daarop aanspreken.
De opleiding programmeert het aantal BPV-dagen en hanteert dat als een norm bij het beoordelen van je beroepspraktijkvorming. Indien het aantal geprogrammeerde BPV-dagen niet wordt gehaald, zal per geval bekeken worden wat de consequenties hiervan zijn. Het aantal dagen mag in ieder geval niet minder zijn dan het aantal vereiste klokuren, zoals is vastgesteld in de geldende uitlijning van je opleiding.
Toelichting: als een schoolvakantie in een periode valt waarin je BPV hebt of aan het werk bent in een leerbedrijf heb je niet automatisch vrij! Dit hangt af van de afspraken die met het leer- of BPV-bedrijf hierover zijn gemaakt in jouw POK.
Bij het bedrijf waar je de BPV loopt, heb je een praktijkopleider die je begeleidt. Vanuit school heb je een stagebegeleider waar je tijdens je BPV contact mee houdt. Je stagebegeleider zoekt je minimaal twee keer op bij het bedrijf waar je stage loopt en belt tussendoor om te vragen hoe het gaat. Je komt zelf ook een aantal keer terug naar school voor de terugkomdagen. Tijdens die dagen staat het uitwisselen van ervaringen centraal. Daarnaast ben je die dag bezig met stage gerelateerde zaken.



Voordat je een keuzedeel kiest, ga je eerst in overleg met je slb’er. Hij kan je adviseren en helpen met je keuze. Houd er wel rekening mee dat je niet zomaar aan alle keuzedelen kunt meedoen, omdat er een maximum en minimum is aan het aantal deelnemers (het kan dus voorkomen, dat je niet geplaatst kan worden in je eerste keuze) of omdat het keuzedeel minder geschikt voor je is om deze te gaan volgen. Keuzedelen die in de configuratie zitten, staan duidelijk aangegeven in het overzicht. Keuzedelen die je bij een andere opleiding van de school kunt gaan volgen noemen we “cross overs keuzedelen”.
Het keuzedeel is géén onderdeel van de kwalificatie, maar is een verplicht extra plus programma bovenop het basisdeel van je opleiding. Het aantal keuzedelen is afhankelijk van het niveau van de opleiding. Er is minimaal een moment tijdens je opleiding waarop je als student een keuze kunt maken. Voor elke soort of type opleiding van de school is wettelijk vastgelegd wat de omvang (in klokuren) van de keuzedeelverplichting is.
Crebo + examenplan opleiding | SBU Keuzedeelverplichting |
25198 Medewerker creatieve productie | 480 sbu (2x keuzedelen) |
25197 Creatief dtp'er | 720 sbu (3x keuzedelen) |
25148 Communicatie en marketing | 720 sbu (3x keuzedelen) |
25201 Crossmedia | 960 sbu (4x keuzedelen) |
25199 Mediamanagement en marketing | 720 sbu (3x keuzedelen) |
25187 Webdeveloper | 720 sbu (3x keuzedelen) |
25201 Animatie/audiovisuele vormgeving | 960 sbu (4x keuzedelen) |
25201 Game artist | 960 sbu (4x keuzedelen) |
25188 Game developer/game programmer | 960 sbu (4x keuzedelen) |
25201 Grafische vormgeving | 960 sbu (4x keuzedelen) |
25201 Webdesign | 960 sbu (4x keuzedelen) |
Toelichting: De klokuren worden uitgedrukt in studiebelastingsuren (afgekort: SBU) en wordt per keuzedeel verschillend samengesteld in begeleide onderwijstijd en in uren voor zelfstudie (bijv. voor het maken van opdrachten).

E Elke student moet tenminste één keuzedeel kiezen tijdens zijn studieduur, waarmee hij zich verrijkt, zich verbreedt of zich verdiept in een bepaald onderwerp of vaardigheid. Voor elk keuzedeel is informatie (‘hand-outs’) beschikbaar, waarin je kunt lezen wat de omvang is van het keuzedeel, hoeveel begeleid onderwijstijd je daarbij krijgt, wanneer het keuzedeel start, wanneer het keuzedeel afgesloten wordt met welk examen, een beknopte omschrijving van de inhoud van het keuzedeel, het minimum- en maximumaantal toegestane deelnemers, eventuele overige benodigdheden (bijv. tekentablet) en/of voorkennis nodig is om het (‘cross overs’) keuzedeel te kunnen volgen. De keuzedelen die je met een voldoende hebt afgerond, komen op je diploma te staan. Met je diploma in de hand kun je aan je toekomstige werkgever laten zien wat je allemaal in huis hebt.

D De keuzedeelverplichting is niet aan de student gekoppeld, maar aan de soort of type opleiding, ongeacht de studieduur van de opleiding en ongeacht of je nu sneller of langer over dezelfde type of soort opleiding doet. De keuzedeelverplichting maakt ook geen onderscheid tussen beroepsopleidende leerweg (BOL) of beroepsbegeleidende leerweg (BBL). De uitvoering van de keuzedelen kan in de BOL en BBL wel van elkaar verschillen. Welke keuzedelen de opleiding gepland heeft (‘het verwachte aanbod’), kun je navragen bij de teamleider van je opleiding vinden. Let op: het verwachte aanbod keuzedelen kan nog gewijzigd worden, om ze zo actueel mogelijk te houden.

J Je sluit ieder gevolgd keuzedeel af met een examen. Voordat je gaat deelnemen aan het keuzedeel examen, ontvang je een Examenwijzer Keuzedelen. In de Examenwijzer Keuzedelen staan de instructies voor je deelname, de beoordelingswijze, aantal herkansingen en waar je op moet letten om het examen te behalen. Maar ook wat de examenvorm is van het keuzedeel, waar het examen keuzedeel over gaat, wanneer het examen gepland is, welke cijfers meetellen en de wijze waarop jouw opleiding het keuzedeel examineert. Wanneer je doorstroomt binnen het mbo krijg je bij je vervolgopleiding opnieuw te maken met de bijbehorende keuzedeelverplichting. Met eerder behaalde keuzedelen (of met ander betrouwbaar bewijs dat aantoont dat je over de vereiste bekwaamheden beschikt) kan de examencommissie in jouw vervolgopleiding een vrijstelling verlenen voor de examinering van een keuzedeel. Het krijgen van vrijstellingen voor de examineringen keuzedeelverplichting kan bijdragen aan het vlot doorlopen van jouw mbo-vervolgopleiding. Vrijstelling examinering betekent niet automatisch vrijgesteld zijn van het onderwijs. Hierover word je geïnformeerd door het onderwijsteam van je vervolgopleiding.
Ieder door jou gevolgd keuzedeel wordt geregistreerd. Gedurende je opleiding zul je een nieuw opleidingsblad ontvangen (als bijlage van je onderwijsovereenkomst) met daarop alle actuele gegevens. Dit nieuwe opleidingsblad hoef je niet opnieuw te ondertekenen. Er is wel een reactietermijn van tien schooldagen waarbinnen jij kan reageren als er een fout staat in de wijziging van jouw opleidingsblad.



Is het bindend studieadvies positief, dan betekent dit dat je verder mag met je beroepsopleiding. Je krijgt daarover geen aparte brief. Het is mogelijk dat je vakken of (een deel van) het jaar moet overdoen. Dit zal het onderwijsteam van je beroepsopleiding met je bespreken en dat wordt dan wel schriftelijk aan je bevestigd. Is het bindend studieadvies negatief, dan betekent dit dat je niet verder mag met je beroepsopleiding. Voordat je een negatief bindend studieadvies krijgt, ontvang je eerst een negatief voorlopig studieadvies uiterlijk na afloop van de tweede lesperiode van je eerste studiejaar.
Bij een negatief voorlopig studieadvies wordt met je afgesproken welke verbeteringen je minimaal moet laten zien in een verbetertermijn. Dit wordt vastgelegd. Indien er onverwachte persoonlijke omstandigheden bestaan, ondersteunt de school je met wat redelijkerwijs mogelijk is.
Na de verbetertermijn worden de gemaakte afspraken door de school geëvalueerd. Dit kan leiden tot een positief bindend studieadvies dat schriftelijk aan je zal worden bevestigd. Indien het leidt tot een negatief bindend studieadvies dan ontvang je daarover een brief. Ingeval van een negatief bindend studieadvies wordt in ieder geval bezien of kan worden overgestapt naar een andere beroepsopleiding binnen de school of naar een ander niveau of leerweg. In het zoeken naar en bij het vinden van een andere opleiding binnen of buiten de school, heb je recht op begeleiding. We noemen dit oriëntatie traject: “Kies je toekomst”. Dit traject kan per individuele student anders van vorm, omvang en inhoud zijn. Tijdens de begeleiding en oriëntatie blijft je onderwijsovereenkomst in stand. Indien we daarover tot een afspraak komen dan ontvang je een nieuw opleidingsblad, waarin de afgesproken wijziging is opgenomen.
Mocht het binnen acht weken niet lukken afspraken te maken over het overstappen naar een andere beroepsopleiding of naar een ander niveau of leerweg binnen de school en het ook niet gelukt is een andere passende opleiding buiten de school te vinden, waarbij we je ondersteuning/begeleiding bieden, dan zal worden besloten tot ontbinding van de onderwijsovereenkomst en zal uitschrijving plaatsvinden. Bij minderjarigheid worden je ouder(s)/ wettelijk vertegenwoordiger(s) geïnformeerd.
Na ontbinding van de onderwijsovereenkomst door het College van Bestuur, mag jezelf niet opnieuw inschrijven voor dezelfde beroepsopleiding van de school. Ben je het niet eens met het gegeven bindend studieadvies, dan kun je tegen dit besluit van het College van Bestuur in beroep gaan bij de Commissie van Beroep voor de Examens. Wil je in beroep gaan bij deze commissie, dan moet je binnen tien dagen na het gegeven bindend studieadvies, het beroep schriftelijk en met redenen omkleed indienen bij de Commissie van Beroep voor de Examens.
STUDEREN MET EEN (FUNCTIE)BEPERKING

HHet is mogelijk dat je te maken hebt met een (functie)beperking. Als school doen we al het mogelijke om de student met een (functie)beperking te ondersteunen. Hulp kan komen van je studieloopbaanbegeleider, docent SAC (Studentbegeleiding, -advies en coaching) of het Buurtteam mbo. Binnen ieder onderwijsteam is een docent SAC die extra taken heeft om de studentbegeleiding goed te organiseren binnen zijn team. De docent SAC kan je helpen met het “Stappenplan (functie)beperking” (de werkwijze) voor het aanvragen van een passende ondersteuning, binnen de mogelijkheden van de school.

AAls je met een (functie)beperking op onze school gaat studeren, dan zijn we verplicht het ondersteuningsaanbod te beschrijven en bekend te maken aan relevante partijen binnen de school. Jouw ondersteuningsbehoeften zijn in de leerbehoeftecheck tijdens de studiekeuzecheck bepaald. Indien een modelovereenkomst is opgemaakt, dan wordt deze aan je onderwijsovereenkomst toegevoegd.
Toelichting: na registratie zijn de aangepaste voorzieningen in het onderwijs en bij de examens beschikbaar. Van jou wordt verwacht dat je gaat oefenen met de aangeboden voorzieningen, want studeren met een (functie)beperking vraagt ook vooral van jou extra inzet en inspanning zodat je je opleiding met succes kunt afronden.

WWanneer de (functie)beperking gedurende je opleiding wordt geconstateerd, dan neem je in eerste instantie contact op met je slb’er. Deze bespreekt samen met jou wat de beperking betekent voor jouw functioneren binnen de school en tijdens de beroepspraktijkvorming, maar ook jouw kansen om de opleiding te verlaten met een diploma, wat je zelf kan doen en waar ondersteuning vanuit de opleiding gewenst of nodig is. De slb’er kan je, wanneer dat nodig is, doorverwijzen naar de docent SAC van je opleiding.

De bijzondere persoonsgegevens van jou worden niet verwerkt: je godsdienst of levensovertuiging, etniciteit en medische gegevens, tenzij dat noodzakelijk is voor de speciale begeleiding of het treffen van voorzieningen. De school vernietigt je persoonsgegevens zodra die niet meer nodig zijn. Dat is twee jaar nadat je je diploma hebt behaald of nadat je bent uitgeschreven. Uitzonderingen hierop zijn die (persoons)gegevens waarvoor een wettelijk verplichte bewaartermijn geldt.
Toelichting: het recht op inzage betreft alleen inzage van je eigen (persoons)gegevens. Je hebt dus geen recht op informatie over anderen. Ben je jonger dan 16 jaar, dan hebben je ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s) ook recht op inzage van jouw eigen (persoons)gegevens.


De school stimuleert je om actief betrokken te zijn bij de menings- en besluitvorming over kwesties binnen de school, waarmee je direct te maken hebt. Je hebt recht op medezeggenschap. Op school is daarom een Studentenraad ingesteld die de belangen van alle ingeschreven studenten en examendeelnemers behartigt. De leden van de Studentenraad kunnen door jou gekozen worden, en je kunt ook solliciteren om lid te worden. De Studentenraad heeft advies- en instemmingsrecht, vergadert regelmatig over zaken die studenten aangaan en geeft adviezen over belangrijke aangelegenheden en voorgenomen besluiten van het Bevoegd gezag. In het huishoudelijk reglement van de Studentenraad zijn de onderwerpen vastgelegd waarop de Studentenraad, advies- en instemmingsrecht heeft.

Elke lesgroep heeft een klassenvertegenwoordiger. Hij is het eerste aanspreekpunt voor de klas bij vragen aan het onderwijsteam of de teamleider en andersom. Is er in de klas een gemeenschappelijk probleem of klacht, dan bespreek je dit in eerste instantie met de klassenvertegenwoordiger zodat deze het aan de betreffende docent of de slb’er kan voorleggen. Blijft het probleem of klacht dan nog bestaan, bespreek het dan met de teamleider van je opleiding.

Als je klachten of meldingen hebt over gedragingen of handelingen die volgens jou niet gepast zijn, kun je terecht bij onze vertrouwenspersonen. Afhankelijk van je voorkeur kun je kiezen voor een man of een vrouw. De vertrouwenspersoon is er voor je als je het idee hebt dat iemand je grens over gegaan is. Waar die grens ligt, is voor iedereen natuurlijk verschillend: jij bepaalt zelf waar de grens ligt. De vertrouwenspersoon kan je opvangen, je (emotionele) ondersteuning geven, samen met jouw mogelijke oplossingen of vervolgstappen onderzoeken, je informatie geven over externe hulpverlening of je doorverwijzen naar andere hulpinstanties.

Elk studiejaar is verdeeld in lesperioden. Het perioderooster wordt gepubliceerd via de Elektronische Leeromgeving (afgekort: ELO) van de school. De studiebelastingsuren van je opleiding zijn opgebouwd uit begeleide en onbegeleide onderwijstijd uitgedrukt in hele klokuren. De begeleide uren zijn uren die je vooral op school besteedt voor het volgen van de lessen of keuzedeel onder begeleiding van een (vak)docent of van een praktijkopleider tijdens de beroepspraktijkvorming. De onbegeleide uren zijn uren die je besteed aan het maken van bijvoorbeeld je huiswerk of zelfstudie.

Studiebenodigdheden
A Alle studenten krijgen hun boekenpakket gratis in bruikleen van school. Je moet wel rekening houden met extra kosten (deze verschillen per opleiding) voor de aanschaf van andere (school)materialen zoals tekenmateriaal, een koptelefoon of een tekentablet. Als je een opleiding op niveau 4 volgt, dan heb je een laptop nodig en zul je een licentie-abonnement op de software van Adobe erbij moeten aanschaffen. De school betaalt de kosten voor de introductieweek van alle opleidingen. Voor de (meerdaagse) excursies verderop in je opleiding, betaalt de school de helft van de kosten. De andere helft betaal je zelf als vrijwillige bijdrage. Wil of kun je de vrijwillige bijdrage niet betalen of ga je om andere redenen niet mee, dan volg je op die dagen een aangepast lesprogramma.Toelichting: niet deelnemen aan de door school georganiseerde excursies heeft geen gevolgen voor het afronden van je opleiding.

Regeling auteursrechten
Z Zodra je op onze school gaat studeren, zul je in kader van je opleiding schoolwerkstukken gaan maken die gericht zijn of als doel hebben om je op te leiden voor je toekomstige beroep. Deze schoolwerkstukken kunnen worden gemaakt tijdens de lessen, tijdens de afstudeeropdrachten, tijdens de beroepspraktijkvorming of tijdens andere door de school georganiseerde onderwijsactiviteiten. De school doet geen aanspraak op het eigendoms- en het auteursrecht van schoolwerkstukken die door jou alleen of samen met anderen zijn gemaakt. De school is vrijgesteld van alle verplichtingen die uit dat eigendoms- of auteursrecht voortvloeien.Toelichting: hoofdregel van het auteursrecht is dat degene die iets ontwerpt of maakt het auteursrecht heeft: de maker is de eigenaar van het werk. Ontwerp of maak je werkstukken tijdens je beroepspraktijkvorming, dan komen de auteurs- en eigendomsrechten daarvan toe aan het leerbedrijf.

Klachtenregeling
H Heb je een probleem, dan verwachten wij dat je het eerst probeert om deze zelf op te lossen. Kom je met de betrokkene(n) er niet uit, vraag dan een gesprek aan met een docent die je vertrouwt of de studieloopbaanbegeleider.Mocht dit niet lukken, dan kun je ook naar de vertrouwenspersoon gaan. Hopelijk wordt het probleem naar ieders tevredenheid opgelost.
Heb je een klacht, dan kun je de klacht per e-mail indienen bij de klachtencoördinator van de school via: klachtencoordinator@glu.nl.
Heb je een klacht mondeling geuit, dan moet je dit ook per mail bevestigen.
Vanaf het moment dat je schriftelijk een klacht hebt ingediend, start officieel de voorgeschreven termijnen en procedures voor het afhandelen van de klacht door de klachtenadviescommissie conform de klachtenregeling van de school.
Een daartoe aangewezen klachtentussenpersoon kan een afspraak met je maken voor een gesprek. Hij of zij kan de ingediende klacht met je bespreken en bezien of en hoe tot een oplossing kan worden gekomen, eventueel door bemiddeling.
Wordt de ingediende klacht naar ieders tevredenheid opgelost, dan volgt hierna geen formele afhandeling van de klacht door de klachtenadviescommissie. Hoe de procedure verloopt, kun je lezen in de klachtenregeling van de school.
Download de Klachtenregeling
EXAMENS AFLEGGEN MET EEN (FUNCTIE)BEPERKING

Let op: het aangepaste examen zal nooit anders zijn dan het niveau en het doel van het eigenlijke examen. Als je een (functie)beperking hebt, dan kun je om een aanpassing van het examen vragen. Je hebt dan een verklaring nodig van een erkende indicatie-instantie, een bevoegd arts of een andere deskundige, waarin vermeld staat welke beperking je hebt en welke adviezen worden gegeven voor het organiseren van jouw examen. De docent SAC van je opleiding kan je helpen je bij de aanvraag.
MOMENT VAN DEELNAME EXAMENS

Examens voor keuzedelen worden gepland aan het eind van de lesperiode van betreffende keuzedeel. Hierover word je tijdig geïnformeerd door je opleiding. De pvb is standaard aan het eind van je onderwijsprogramma geprogrammeerd. Het is de bedoeling dat je eerst je beroepspraktijkvorming (stage) tenminste met een voldoende hebt afgerond, voordat je gaat deelnemen aan de pvb van je opleiding.
EXAMENDEELNEMER

Eenmaal als examendeelnemer ingeschreven krijg je géén studiebegeleiding en je kunt ook géén gebruik meer maken van de onderwijsvoorzieningen ter voorbereiding, tenzij de Examencommissie anders besluit. Je kunt als examendeelnemer slechts één keer gebruik maken van het recht voor het afleggen van het examen. Dit recht vervalt zes maanden nadat je als examendeelnemer voor het eerst bent geaccepteerd, tenzij de Examencommissie anders besluit.
WAARDERINGS- EN UITSLAGREGELS
AFRONDINGSREGELS VOOR HET EINDCIJFER OP EEN HEEL GETAL
1. Naar beneden afronden als het eerste cijfer achter de komma het cijfer vier (4) of lager is.
2. Naar boven afronden als het eerste cijfer achter de komma het cijfer vijf (5) of hoger is.
NEDERLANDS EN ENGELS
REKENEN
Voor Nederlands en Engels worden de examenresultaten voor zowel centrale examen (CE) als schoolexamens (SE) uitgedrukt in cijfers uit de reeks 1,0 tot en met 10 met één decimaal. Het eindcijfer voor Nederlands en Engels ontstaat door het CE-cijfer te middelen met de SE-cijfers, waarbij alle onderdelen even zwaar wegen. Indien de uitkomst van de berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Nadat dat gemiddelde berekend is, wordt pas afgerond op een heel getal uit de reeks 1 tot en met 10 volgens de gangbare afrondingsregels.
Het examenresultaat centraal examen rekenen is het definitieve eindcijfer voor rekenen op een heel getal uit de reeks 1,0 tot en met 10. Indien de uitkomst van de berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond op een heel getal uit de reeks 1 tot en met 10 volgens de gangbare afrondingsregels.
KEUZEDELEN
Examenresultaten keuzedelen worden de eindwaarderingen uitgedrukt in cijfers uit de reeks 1,0 tot en met 10, zonder decimalen. Indien de uitkomst van de berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond op een heel getal uit de reeks 1 tot en met 10 volgens de gangbare afrondingsregels. In afwijking hiervan kunnen de afzonderlijke kerntaken van het keuzedeel uitgedrukt worden in een driepuntsschaal: ‘onvoldoende’ – ‘voldoende’ – ‘goed’. Een ‘onvoldoende’ wordt in dit geval geteld als het cijfer vier (4,0). Een ‘voldoende’ wordt geteld als het cijfer zes (6,0). Een ‘goed’ wordt geteld als het cijfer acht (8,0).
LOOPBAAN EN BURGERSCHAP
De eindwaardering voor loopbaan en burgerschap wordt uitgedrukt in een tweepuntsschaal: ‘voldaan’ of ‘niet voldaan’. In afwijking hiervan kunnen de afzonderlijk opdrachten gewaardeerd worden met cijfers uit de reeks van 1 tot en met 10, zonder decimalen.
BEROEPSPRAKTIJKVORMING
De eindwaardering voor de beroepspraktijkvorming (BPV) wordt uitgedrukt in een driepuntsschaal: ‘onvoldoende’ – ‘voldoende’ – ‘goed’. Een ‘onvoldoende’ wordt geteld als het cijfer vier (4,0). Een ‘voldoende’ het cijfer zes (6,0) en een ‘goed’ het cijfer acht (8,0). In afwijking hiervan wordt het stageverslag uitgedrukt met een cijfer uit de reeks 1 tot en met 10, zonder decimalen.
PRAKTIJKEXAMEN
De eindwaardering voor de kerntaak of kerntaken van het praktijkexamen wordt uitgedrukt in een driepuntsschaal: ‘onvoldoende’ – ‘voldoende’ – ‘goed’. Een ‘onvoldoende’ wordt geteld als het cijfer vier (4,0). Een ‘voldoende’ het cijfer zes (6,0) en een ‘goed’ het cijfer acht (8,0). In afwijking hiervan worden de afzonderlijke werkprocessen telkens uitgedrukt in een tweepuntschaal: ‘voldoende’ en ‘onvoldoende’. Een ‘onvoldoende’ wordt in dit geval geteld als het cijfer vier (4) en een ‘voldoende’ als het cijfer zes (6). Bij de berekening van het gemiddeld cijfer van alle werkprocessen behorende bij de kerntaken, wegen de werkprocessen allemaal even zwaar te opzichte van elkaar. Er is géén mogelijkheid te compenseren tussen kerntaken en werkprocessen.
CUM LAUDE REGELING

De voorwaarden voor de aantekening ‘cum laude’ kunnen per cohort van elkaar verschillen. Het College van Bestuur stelt de voorwaarden vast per cohort. Tijdens het diplomabesluit, stelt de examencommissie vast of voldaan is aan de gestelde voorwaarden voor de aantekening ‘cum laude’ op het diploma.
De aantekening ‘cum laude’ wordt bij de titel van het diploma door de volgende toevoeging vermeldt: “Het judicium cum laude is toegekend op grond van het Algemeen Examenreglement van het Grafisch Lyceum Utrecht.”
OER1920 Startjaar 2019-2020 | TEN MINSTE BEHAALD | CUM LAUDE REGELING MBO-2 EN MBO-3 OPLEIDINGEN |
---|---|---|
2F Nederlands | 8,0 | Géén deelcijfer is lager dan het cijfer vijf. |
Loopbaan | Voldaan | Inspanningsverplichting |
Burgerschap | Voldaan | Inspanningsverplichting |
Beroepspraktijkvorming | 6,0 of "Voldoende" | Géén deelcijfer is lager dan het cijfer vijf. |
Praktijkexamen | 8,0 of "Goed" | Géén deelcijfer is lager dan het cijfer vijf. |
Studenten mbo-2/mbo-3 die ernstig verwijtbaar hebben gehandeld, zijn uitgesloten voor de aantekening ‘cum laude’ op het diploma. |
OER1920 Startjaar 2019-2020 | TEN MINSTE BEHAALD | CUM LAUDE REGELING MBO-4 OPLEIDINGEN |
---|---|---|
3F Nederlands | 8,0 | Géén deelcijfer is lager dan het cijfer vijf. |
Engels B1/A2 of hoger | 8,0 | Géén deelcijfer is lager dan het cijfer vijf. |
Loopbaan | Voldaan | Inspanningsverplichting |
Burgerschap | Voldaan | Inspanningsverplichting |
Beroepspraktijkvorming | 6,0 of "Voldoende" | Géén deelcijfer is lager dan het cijfer vijf. |
Praktijkexamen | 8,0 of "Goed" | Géén deelcijfer is lager dan het cijfer vijf. |
Mbo-4 studenten die ernstig verwijtbaar hebben gehandeld, zijn uitgesloten voor de aantekening ‘cum laude’ op het diploma. |

Voor taal en rekenen geldt dat je recht hebt op één herkansing (we noemen dit ‘tweede poging’) van het examen of de examenonderdelen. Je hebt recht op een tweede poging, nadat je eerst een examenresultaat hebt behaald in de eerste poging van het examen of de examenonderdelen taal en rekenen.
- Je krijgt maximaal 1x herkansing (= de 2e poging) voor het examen of de examenonderdelen taal en rekenen.
- De 2e poging mag je gebruiken om een hoger cijfer te halen. Na de herkansing telt hoogst behaald resultaat bij het bepalen van de eindwaardering.
- Heb je voor de 1e poging het cijfer zes behaald, dan mag je de 2e poging gebruiken om 1x op hoger niveau het examen af te leggen, indien de mogelijkheden hiertoe aanleiding geven.
- Je hebt géén automatisch recht op een 3e poging. De examencommissie beslist.
Uitzonderingen
- De examencommissie kan op verzoek besluiten om meerdere pogingen toe te kennen en zo ja, wanneer deze extra examengelegenheid door het examenbureau wordt georganiseerd.
- In de examenwijzer van de opleiding staat hoe en op welke wijze de herkansingen van examens keuzedelen en het afsluitende praktijkexamen worden georganiseerd.

COHORT 2019-2020: MBO-2 EN MBO-3 OPLEIDINGEN | |
---|---|
2F Nederlandse taal | Het afgeronde eindcijfer Nederlands is ten minste het cijfer vijf (5,0) |
2F/2ER Rekenen | Er is een examenresultaat – de hoogte van het cijfer telt niet mee |
Loopbaan | De eindwaardering voor de inspanningsverplichting is ten minste "voldaan" |
Burgerschap | De eindwaardering voor de inspanningsverplichting is ten minste "voldaan" |
Beroepspraktijkvorming | De eindwaardering is ten minste het cijfer zes (6,0) of ten minste "voldoende" |
Keuzedeelverplichting | Uitgedrukt in SBU – examenresultaten keuzedelen tellen niet mee |
Beroepsgericht examen | De eindwaardering is ten minste het cijfer zes (6,0) of ten minste "voldoende" |
COHORT 2019-2020: MBO-4 OPLEIDINGEN | |
---|---|
3F Nederlandse taal | De afgeronde eindcijfers voor Nederlands en Engels ten minste de cijfers 5,0 – 6,0 in willekeurige volgorde |
3F/3ER Rekenen | Er is een examenresultaat – de hoogte van het cijfer telt niet mee |
B1/A2 Engels | De afgeronde eindcijfers voor Engels en Nederlands ten minste de cijfers 5,0 – 6,0 in willekeurige volgorde |
Loopbaan | De eindwaardering voor de inspanningsverplichting is ten minste "voldaan" |
Burgerschap | De eindwaardering voor de inspanningsverplichting is ten minste "voldaan" |
Beroepspraktijkvorming | De eindwaardering is ten minste het cijfer zes (6,0) of ten minste "voldoende" |
Keuzedeelverplichting | Uitgedrukt in SBU – examenresultaten keuzedelen tellen niet mee |
Beroepsgericht examen | De eindwaardering is ten minste het cijfer zes (6,0) of ten minste "voldoende" |

Beide waardepapieren worden eenmalig door de examencommissie verstrekt. Bewaar deze documenten zorgvuldig.
Diploma behaald? Wat moet je dan zélf bij DUO regelenOp de dag van officiële vaststelling diplomabesluit door de examencommissie, komt jouw onderwijsovereenkomst formeel te vervallen, omdat je de opleiding met succes hebt afgerond.
Dit is meestal een andere dag, dan de dag waarop je het mbo-diploma met resultatenlijst (feestelijk) krijgt uitgereikt.
Instellingsverklaring
Wanneer je ongediplomeerd of voortijdig de school verlaat, dan ontvang je een instellingsverklaring (voorheen schoolverklaring genoemd) van de examencommissie, met een overzicht van behaalde resultaten.
KLACHTEN OVER DE EXAMENS

Heb je een klacht over de gang van zaken voor, tijdens of na de examinering of ben je het niet eens met een examencijfer, een examenbeoordeling of met het diplomabesluit, dan kun je de klacht per e-mail indienen bij de klachtencoördinator van de school via: klachtencoordinator@glu.nl.
Heb je een klacht mondeling geuit, dan moet je dit ook per mail bevestigen.
Vanaf het moment dat je schriftelijk een klacht hebt ingediend, start officieel de voorgeschreven termijnen en procedures voor het afhandelen van de klacht door de examencommissie conform de klachtenregeling van de school.
Een daartoe aangewezen klachtentussenpersoon kan hierna een afspraak met je maken voor een gesprek. Hij of zij kan de ingediende klacht met je bespreken en bezien of en hoe tot een oplossing kan worden gekomen, eventueel door bemiddeling.
Wordt de ingediende klacht naar ieders tevredenheid opgelost, dan volgt hierna geen formele afhandeling van de klacht door de examencommissie.
Als je het niet eens bent met een beslissing, maatregel of uitspraak van de examencommissie, dan kun je in beroep gaan. Deze beroepszaken worden behandeld door de externe Commissie van Beroep voor de Examens.